‘All who ready to see a sound a go dead tonight, put your hands in the air!’
Het is 17 april 2010. Club Atak in Enschede is het toneel van War Ina East, een internationale reggae soundclash. Het Japanse soundsystem Mighty Crown neemt het deze avond op tegen Supersonic uit Duitsland. Sultan (Aziz Rahmani) is de MC en mede-oprichter van soundsystem Herbalize It, de organisator van War Ina East. Hij legt uit: ‘Een soundclash is een battle die wordt uitgevochten met dubplates, opnieuw opgenomen versies van bestaande nummers. Dubplates worden gebruikt om de concurrent af te zwakken en je eigen soundsystem op te biggen.’
Een goed voorbeeld hiervan is één van de eerste dubplates die Supersonic draait. De muziek zet in en de Jamaicaanse zanger Cocoa Tea zingt: ‘Mighty Crown dead now, them dead! Supersonic kill a soundboy, any time of day, we kill them in club Atak, Supersonic kill them and they can’t come back’. De teksten van dubplates verwijzen vaak naar dood en geweld, maar bij een soundclash draait alles om entertainment. Sultan: ‘Achteraf drinkt iedereen gezellig een biertje met elkaar.’
Het fenomeen soundclash ontstond in de jaren ’50 van de vorige eeuw in Jamaica, in de tijd dat ook de eerste soundsystems opkwamen. Soundsystems, kortweg sounds, waren letterlijk grote geluidssystemen die gerund werden door een grote groep mensen: iemand die zorgde voor het geluid (de engineer), iemand die de muziek selecteerde (de selector) en een MC die de platen aankondigde. Ook de mannen die speakers en platen sjouwden, de zogenoemde ‘box boys’ waren een belangrijk onderdeel van de sound. Tegenwoordig spelen veel soundsystems niet meer op een eigen set, maar worden ze nog wel zo genoemd. Een soundsystem is nu vaak een team van een selector en een MC.
Soundclashes kenden in de begintijd nog geen georganiseerd karakter. Soundsystems die vlak bij elkaar speelden streden om de gunst van het publiek. De sound die het meeste publiek trok was simpelweg de winnaar van de clash. Ook speelden dubplates nog geen rol. In de jaren ’50 speelden soundsystems voornamelijk uit Amerika geïmporteerde R&B. Een sound kon zich onderscheiden door muziek te draaien die een andere sound niet had. Veel selectors krasten daarom de labels van hun platen af, zodat de concurrent niet kon achterhalen welke nummers ze draaiden. Soundclashes werden in die tijd niet altijd alleen met muziek uitgevochten. Sommige soundsystems hadden een ‘bad boy posse’, die opponenten intimideerde of de sound van de tegenstander saboteerde.
In de jaren ’60 begonnen veel soundsystem-owners eigen studio’s en platenlabels. Zo waren hun soundsystems altijd verzekerd van exclusieve tunes. De bekendste voorbeelden van ‘soundmen’ die een studio begonnen zijn Duke Reid (Treasure Isle) en Clement Dodd (Studio One).
Soundsystems en soundclashes zijn erg belangrijk geweest voor de ontwikkeling van reggae en dancehall, maar toch is de soundclash zelfs voor veel reggae-fans een onbekend fenomeen. ‘Soundclash is eigenlijk een subcultuur in een subcultuur’ zegt Sultan. ’Veel reggaeartiesten wisten niet eens wat een dubplate was totdat ik ze vroeg er één voor ons op te nemen.’
Dubplates kwamen op in de late jaren ’80. Sounds traden voor die tijd vaak op met een grote groep live artiesten. De artiesten bezongen al freestylend hun eigen sound en maakten de concurrent belachelijk. Toen soundsystems steeds vaker gingen touren was het te duur om alle artiesten mee op reis te nemen. De ‘soundkilling’ tunes werden daarom opgenomen en op plaat geperst. Bij een dubplate wordt de tekst aangepast voor een sound en voor een soundclash. Een liefdeslied als ‘She Loves me now’ verandert in een dubplateversie in ‘We kill them now’ en een bekende hit als ‘Pass the kouchie pon the left hand side’ wordt ‘Nah go dead ina the clash tonight’. Behalve de tekst kan ook de riddim (instrumentale begeleiding) worden veranderd. Daarnaast kunnen sounds scoren bij het publiek met bijzondere combinaties van artiesten (combination tunes) of artiesten die moeilijk benaderen of heel duur zijn. Voor dubplates moet namelijk geld neergeteld worden: dit varieert van 50 dollar voor een relatief onbekende artiest tot 1500 dollar voor grootheden als Shabba Ranks en Damian Marley.
Toch is het niet altijd zo dat de sound met het meeste geld wint. Volgens Sultan is het belangrijkste in een clash om als sound een eigen identiteit te tonen. Dit wordt ook duidelijk tijdens de War Ina East in 2010. De MC van Supersonic benadrukt keer op keer dat Mighty Crown een ‘carbon copy sound’ is, Japanners maken immers alles na. MC Masta Simon van Mighty Crown reageert fel: ‘You think you know more bout reggae music than me, pussy?’
De jaren ’90 waren de hoogtijdagen van de soundclash. Naast birthplace Jamaica waren er bloeiende scenes in New York en Engeland. In de 90s werden ook de eerste World Championships georganiseerd. De clashes van tegenwoordig verlopen volgens strakkere regels, zoals een vast aantal ronden met vastgestelde tijd, maar het publiek bepaalt nog altijd de winnaar. Als een clash na een aantal ronden nog niet beslist is, volgt de ‘Dub fi dub’, een soort knock-out ronde waarin elke sound omstebeurt een dubplate draait.
In de Dub fi dub tussen Mighty Crown en Supersonic wordt het onverwacht heel spannend. Supersonic heeft de meeste ronden gewonnen, maar Mighty Crown heeft het beste voor het laatste bewaard. De Japanners draaien een dubplate van reggaelegende Jimmy Cliff, een artiest die maar twee sounds in de wereld kunnen draaien. Het publiek wordt gek en even lijkt Mighty Crown hierdoor alsnog de clash te gaan winnen, maar uiteindelijk gunt het publiek Supersonic de overwinningstrofee.
Soundclash is niet erg bekend in Nederland, maar War Ina East is een toonaangevende clash in de wereld. In 2004 begon het bescheiden met 200 bezoekers, tegenwoordig komen er zo’n 800 mensen op af. ‘Omdat War Ina East al sinds 2004 elk jaar kwaliteit levert is het echt een brand geworden’, aldus Sultan. Clashfans uit de hele wereld komen dan ook naar Enschede om de clash bij te wonen. Ook dit jaar organiseert Herbalize It weer de War Ina East. Op 26 maart 2011 battlen One Love Hi Powa uit Italië en LP International uit New York met elkaar in Enschede.
Ook een aantal Nederlandse sounds doet het goed in de soundclashbusiness. Jah Sound International uit Leeuwarden deed al in de jaren ’90 mee aan grote clashes en Foundation Sound uit Groningen won het afgelopen halfjaar in drie maanden drie trophies in internationale clashes. Ook Herbalize It is een bekende naam in de scene en doet regelmatig mee aan grote soundclashes. Op 18 maart nemen ze het in Italië op tegen King Tubby’s uit Engeland.
Sultan merkt nog niet dat soundclash populairder wordt in Nederland, de scene in Europa is wel hard aan het groeien. Door de opkomst van internet en mp3 gaan dubplates makkelijker de hele wereld over. Daarnaast merkt Sultan dat de reggae- en dancehall scene in Nederland groter en groter wordt. En: ‘Als de reggae- en dancehallcultuur in Nederland blijft groeien, is er een grote kans dat ook de soundclash-subcultuur groeit.’
Met dank aan Sjoerd Blankevoort, student Journalistiek